BIJBELVERSEN
Filippenzen
Ik las vanmorgen in de Filippenzen brief
Paulus wenst ons toe dat we steeds meer zullen weten en begrijpen (FiL.1:9)
Onze moeilijkheden, zoals ik ook ervaar, helpen nog veel meer mensen (Fil. 1:12)
(Paulus zit op dat moment in de gevangenis omdat hij de waarheid doorgeeft)
Leer het om zonder angst te vertellen.(Fil.1:14)
Probeer te vertellen zonder ruzie met anderen te maken of jaloers te zijn. (Fil.1:16-17)
Vergeet alsjeblieft al je schaamte.(Fil.1:20)
Eigenlijk wil Paulus het liefste sterven, maar op het moment dat hij dat schrijft kon hij nog niet sterven
maar Paulus was nog niet klaar met zijn werk op aarde. (Fil. 1:21-26)
Paulus zegt dat werkelijk iedereen wel mag lijden net zo als hij dat zelf doet (Fil. 1:29-30)
Via Christus als de Werkelijke Liefde ontvang je ook moed. (Fil.2:1-2)
Voel jezelf niet beter dan een ander! (Fil.2:3-11)
En ga ook niet klagen (Fil.2:14-18 maar ook in Fil.4:11 Hier schrijft Paulus: "ik wil niet klagen dat ik het zo moeilijk heb")
Philippians
I read this morning in the letter to the Philippians:
Paul desires us to know and understand more and more (Phil. 1:9).
Our difficulties, as I also experience, help many more people (Phil. 1:12).
(Paul is in prison at the time because he is sharing the truth.)
Learn to speak without fear. (Phil. 1:14).
Try to speak without arguing with others or being jealous. (Phil. 1:16-17).
Please forget all your shame. (Phil. 1:20).
Actually, Paul would rather die, but at the time he wrote this, he could not yet die.
But Paul was not yet finished with his work on earth. (Phil. 1:21-26).
Paul says that truly everyone is allowed to suffer just as they do (Phil. 1:29-30).
Through Christ as True Love, you also receive courage. (Phil. 2:1-2)
Don't think you're better than anyone else! (Phil. 2:3-11)
And don't complain (Phil. 2:14-18, but also in Phil. 4:11. Here Paul writes: "I don't want to complain about my hardships.")
2 Korintiërs 11 : 24 - 33
Paulus heeft het meest moeten lijden.
Vijf keer hebben de Joden mij zwaar gestraft, met 39 zweepslagen. Drie keer hebben de Romeinse bestuurders mij stokslagen laten geven. Eén keer hebben mensen geprobeerd mij met stenen dood te gooien. Drie keer zat ik op een schip dat zonk, en ben ik bijna verdronken. Eén keer heb ik zelfs 24 uur lang in de zee gedreven. De vele reizen die ik maak, zijn vol gevaren. Er zijn gevaarlijke rivieren, en er kunnen onderweg rovers zijn. Telkens zijn er mensen die mij kwaad willen doen, Joden en niet-Joden. Overal ben ik in gevaar: in de steden, in de woestijn en op de zee. En dan zijn er ook nog zogenaamde christelen die mij bedreigen. Ik heb gewerkt zo hard als ik kon. Vaak zonder te slapen en zonder te eten. Ik had honger en dorst. Ik had het koud en ik had bijna geen kleren. Ik zou nog veel meer moeilijkheden kunnen noemen. Maar ik noem alleen nog de zorgen die ik elke dag heb over alle kerken. Want ik voel mee met iedere gelovige die het moeilijk heeft. En ik word woedend als iemand een andere gelovige laat zondigen.
Paulus schept op over mislukkingen
Als ik dan echt moet opscheppen, dan zal ik vertellen over mijn mislukkingen. Wat ik jullie schrijf is de waarheid. God weet dat! Alle eer aan hem, de God en Vader van de Heer Jezus, voor altijd! Toen ik jaren geleden in Damascus was, dreigde er gevaar. De bestuurder van de stad wilde mij gevangennemen in opdracht van koning Aretas. Zijn soldaten bewaakten de poorten van de stad. Ik kon alleen nog maar ontsnappen doordat een paar mensen mij hielpen. Ze stopten me in een mand, en lieten me door een raam in de stadsmuur naar beneden zakken.
2 Corinthians 11:24-33
Paul suffered the most.
Five times the Jews severely punished me, with 39 lashes. Three times the Roman authorities had me beaten with rods. Once people tried to throw stones at me. Three times I was on a ship that sank, and I nearly drowned. Once I even drifted in the sea for 24 hours. The many journeys I make are full of dangers. There are dangerous rivers, and there may be robbers along the way. There are always people who want to harm me, Jews and Gentiles. I am in danger everywhere: in the cities, in the desert, and at sea. And then there are also so-called Christians who threaten me. I worked as hard as I could, often without sleep and without food. I was hungry and thirsty. I was cold and barely clothed. I could mention many more difficulties. But I will only mention the worries I have every day about all the churches. For I sympathize with every believer who is struggling. And I get furious when someone allows another believer to sin.
Paul brags about failures
If I really must brag, I will tell you about my failures. What I am writing to you is the truth. God knows it! All glory to him, the God and Father of the Lord Jesus, forever and ever! Years ago, when I was in Damascus, danger threatened me. The governor of the city, under orders from King Aretas, wanted to arrest me. His soldiers were guarding the city gates. I was only able to escape because a few people helped me. They put me in a basket and lowered me down through a window in the city wall.
Leviticus 19:17-18
Haat andere mensen niet. Als je boos bent op een ander, moet je dat tegen hem zeggen. Want als je boos op hem blijft of hem gaat straffen, word je zelf gestraft. Houd evenveel van de mensen om je heen als van jezelf. Ik ben de Heer.
Johannes13:34-35
Ik geef jullie een nieuwe regel: Houd van elkaar. Jullie moeten net zo van elkaar houden als ik van jullie gehouden heb. Dan zal iedereen kunnen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.
Mattheüs 19 : 16 - 22
Een rijke man komt bij Jezus
Er kwam een jonge man bij Jezus. Hij vroeg: "Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?"
Jezus zei tegen hem: "Waarom vraag je mij wat goed is? Alleen God is goed. Als je eeuwig wilt leven, houd je dat aan Gods regels."
"Welke regels?" vroeg de man.
Jezus antwoordde:
- Je mag niemand vermoorden.
- Je mag niet vreemd gaan.
- Je mag niet stelen.
- Je mag niet liegen.
- Je moet respect hebben voor je vader en je moeder.
- En je moet evenveel houden van de mensen om je heen als van jezelf."
Toen zei de man: "Ik houd me aan al die regels. Wat kan ik nog meer doen?"
Jezus zei tegen hem: "Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis. Verkoop alle wat je hebt en geef het geld aan de armen. Dan zul je in de hemel een grote beloning krijgen. Als je alles weg gegeven hebt, kom dan terug en ga met mij mee."
Toen de man dat hoorde, liep hij teleurgesteld weg. Want hij was erg rijk.
Mattheüs 19 : 23 - 30
Het is moeilijk om in Gods nieuwe wereld te komen.
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Het is moeilijk voor een rijke om in Gods nieuwe wereld te komen. Ik zal het nog sterker zeggen. Het is voor rijke mensen heel moeilijk om in Gods nieuw wereld te komen. Je zult nog eerder een kameel door het oog van een naald zien gaan!"
Toen de leerlingen dat hoorden, schrokken ze heel erg. Ze vroegen: " Maar wie kan er dan nog gered worden?"
Jezus keek hen aan en zei: "Als het van mensen afhangt, kan niemand gered worden. Maar het hangt van God af, en dan kan alles."
Je moet alles achterlaten
Toen stelde Petrus de vraag: "Maar hoe zit het met ons? Wij hebben alles achtergelaten om met u mee te gaan. Wat is onze beloning?"
Jezus zei: "Luister goed naar mijn woorden: Jullie zijn met mij meegegaan. Daarom zullen jullie naast mij zitten als de nieuwe wereld komt. De Mensenzoon zal dan als koning op zijn troon zitten. Jullie zullen bij hem zitten op twaalf tronen. En jullie zullen rechtspreken over heel Israel. Als je bij mij wilt horen, moet je bereid zijn om alles op te geven: je broers en je zussen, je ouders en je kinderen, je huizen en je land. Maar je krijgt er honder keer zo veel voor terug. En je zult het eeuwige leven krijgne."Jezus ze verder: "De belangrijkste mensen zullen achteraankomen. En de onbelangrijkste mensen zullen vooraan staan.
Leviticus 19:17-18
Do not hate others. If you are angry with someone, tell them so. If you remain angry with them or punish them, you will be punished. Love your neighbors as you love yourself. I am the Lord.
John 13:34-35
I give you a new commandment: Love one another. You must love one another as I have loved you, so that everyone will know that you are my disciples.
Matthew 19 : 16 - 22
A Rich Man Comes to Jesus
A young man came to Jesus. He asked, "Teacher, what good deed must I do to inherit eternal life?"
Jesus said to him, "Why do you ask me what is good? Only God is good. If you want to live forever, keep God's rules."
"What rules?" the man asked.
Jesus answered,
- You must not murder anyone.
- You must not commit adultery.
- You must not steal.
- You must not lie.
- You must honor your father and mother.
- And you must love your neighbors as yourself."
Then the man said, "I keep all these rules. What else can I do?"
Jesus said to him, "If you want to be perfect, go, sell all that you have and give to the poor, and you will have a great reward in heaven." When you have given everything away, come back and come with me."
When the man heard this, he walked away disappointed, for he was very rich.
Matthew 19:23-30
It is difficult to enter God's new world.
Jesus said to his disciples, "It is difficult for a rich man to enter God's new world. I will say it even more strongly: It is very difficult for rich people to enter God's new world. You would sooner see a camel go through the eye of a needle!"
When the disciples heard this, they were terrified. They asked, "But who can be saved then?"
Jesus looked at them and said, "If it depends on human beings, no one can be saved. But if it depends on God, then everything is possible."
You must leave everything behind
Then Peter asked, "But what about us? We have left everything to come with you. What is our reward?"
Jesus said, “Listen carefully to my words: You have come with me. That is why you will sit with me in the coming of the new age. The Son of Man will sit on his throne and reign, and you will sit with him on twelve thrones, and you will judge all Israel. If you want to be my son, you must give up everything—your brothers and sisters, your parents and children, your houses and your land—and you will be given a hundred times as much in return, and you will inherit eternal life.” Jesus continued, “Those who are most important will be at the back, and those who are least important will be at the front.
PSALM 27
The Lord always helps me,
1
The Lord always helps me,
He is like a light in the dark
I'm not afraid of anyone
With the Lord I am safe,
therefore I have no fear.
2
When enemies attack me,
then they will stumble.
if they want to kill me,
then they drop dead themselves.
3
I'm not afraid,
not even if an entire army attacks me
I keep trusting in the Lord,
even when the battle begins.
I want to be with the Lord every day
4
I only ask the Lord one thing
I do not need more.
I want to live with him,
every day, all my life.
I want to be with him in the temple.
Then I will see how good He is.
5
If there is danger,
he hides me in his temple.
I am safe in his house.
6
I see enemies around me,
but I know that I am stronger than them.
With joy I will thank the Lord.
I will sing merrily to him,
and make sacrifices in the temple.
The Lord will not leave me alone
7
Lord, I cry out to You!
Listen to my prayer.
Be good to me
and answer me.
8
I know I have to look for you,
I do, Lord,
because I want to be close to you.
9
Don't hide from me.
Don't be angry,
don't send me away.
You have always helped me,
don't scare me away now.
Don't leave me alone, God,
you are my savior.
10
You continue to care for me with love,
even if everyone leaves me,
even if my father and mother leave me.
Trust in the Lord
11
Tell me what to do, Lord!
Show me a safe way,
for my adversaries are near.
12
Keep them away from me.
They tell lies about me
and they threaten violence.
13
The Lord is good to me,
as long as I live.
I know that for sure.
14
Everyone must trust in the Lord
Therefore, be strong and have courage.
Trust in the Lord!
PSALM 27
De Heer helpt mij altijd
1
De Heer helpt mij altijd,
jij is als een licht in het donker
ik ben voor niemand bang
Bij de Heer ben ik veilig,
daarom heb ik geen angst.
2
Als vijanden mij aanvallen,
dan zullen ze struikelen.
als ze mij willen doden,
dan vallen ze zelf dood neer.
3
Ik ben niet bang,
ook niet als een heel leger tegen mij aanvalt
Ik blijf op de Heer vertrouwen,
ook als de strijd begint.
Ik wil elke dag bij de Heer zijn
4
Ik vraag aan de Heer maar een ding
meer heb ik niet nodig.
Ik wil bij hem wonen,
elke dag, heel mijn leven.
Ik wil bij hem ijn in de tempel.
Dan zal ik zien hoe goed Hij is.
5
Als er gevaar is,
verbergt hij mij in zijn tempel.
In zijn huis ben ik veilig.
6
Ik zie vijanden om me heen,
maar ik weet dat ik sterker ben dan zij.
Vol vreugde zal ik de Heer danken.
Ik zal vrolijk voor hem zingen,
en offers brengen in de tempel.
De Heer laat me niet alleen
7
Heer, ik roep naar U!
Luister naar mijn gebed.
Wees goed voor mij
en geef mij antwoord.
8
Ik weet dat ik u moet zoeken,
Dat doe ik, Heer,
want ik wil dicht bij u zijn.
9
Verberg u niet voor mij.
Weest niet boos,
stuur me niet weg.
U hebt mij altijd geholpen,
jaag me nu niet weg.
Laat me niet alleen, God,
u bent mijn redder.
10
U blijft vol liefde voor mij zorgen,
ook als iedereen mijn verlaat,
zelfs als mijn vader en moeder mij verlaten.
Vertrouw op de Heer
11
Zeg mij wat ik moet doen, Heer!
Wijs mij een veilige weg,
want mijn tegenstanders zijn dichtbij.
12
Houd ze bij mij vandaan.
Ze vertellen leugens over mij
en ze dreigen met geweld.
13
De Heer is goed voor mij,
zolang ik leef.
Dat weet ik zeker.
14
Iedereen moet op de Heer vertrouwen
Weest daarom sterk en houd moed.
Vertrouw op de Heer!
Maak jouw eigen website met JouwWeb